' C y % _ t. t * # 1 * *' v*

I NAAKT 1912-12 AttOK M72.

M JOODfCHI KRONIEK

tegen« konings besluit placht te verzetten ? Neen,t waa iet» anders;

^Toen de koning bevolen had dat men voor Horaon zoude buigen, beeldde deze het beeld eens afgods af op zijn borat, en had daarmede bedoeling, dat de, menschen, voor hem buigende, tevens het afgoda- d zouden aanbidden» Toen, Homon nu* zag dat Mordechai niet voor hem boog, werd hy heftig .vertoornd. Maar Mordechai zeide tot hem; .er is een Meester, hoog zich verheffend boven alt door/ons waargenomen hooge. Hoe ist nu mogélijk, dat ik van ^Hem mij afwend en vo,or een afgodsafbeelding buigen. Kn omdat hij de,een­heids God zoo openlijk beleed en zich zyn handelswijze er door liet voorsohrijven, werd hy met de benaming *'TirT' genoemd (Kst. Kabb. hst. 6 § 2).

'4 ' *1

In deze benaming vinden onze wijzan.den woordklank

beljjding der eenheid Gods terug.

Waarom, zöo vragen ze, staat daar zoo dadelijk en/duidelijk bij, dat Mordechai eenJelioedie was? Kijn we altijd geneigd zoo dadelijk en duidélyk naar voren te schuiven,* dat WeJehoediön zijn? Hij, Mordechai/was immers van den stam Benjamin;.dan weten we toch genoeg, dan begrijpt de wereld joch reeds voldoende uj$J4ezen haam dat' hy een Jdód js«Mvaarto© dat nog eens zoo.niet klem en na- druk erbij? . : ' w

En het antwoord onzer wijzen is; Omdat dié haamJehoedi er een is van edelen klank en hooge beteekenis; omdat daar achter den naam van jMordedmi; datJehoedi den lezers en hoorders van de nhj? °P Poeriem heel veel leeren wil.

Als de oiribtandigheden des levens, die voorden Jood dikwijls zooveel moeilyker te dragen en te door worstelen zijn dan voor den niet-Jood, het hem moeilijk maken het hoofd recht te houden, zich niet te buigen voor al de machten rondom, dan klinkt vaak de stem der verleiding hem in de doren en weet hem door allerlei redeneeringen en aigu- menteeringen aan te toonen, dat het toch eigenlijk veel gemakkelijker en ook veel verstandiger is maar liever als jood te buigen; maar lievert hoofd te bukken voor alles wat eerbiediging van eischen vraagt, niet altijd zoo streng, : zoo stijl-streng op dat standpunt des Joodschen beginsels en des Joodschen levens te blijven staan; Wat hindertfhét, even toe te geven? het is immers veel prak­tischer. Wat doet het er toe, even gebogen te hebben ? het is immers veel juister tekening te houden met de eischen van onze maatschappij. Het kan immers niet van ons gevraagd worden, altijd zoo onhandel­baar te zijn; we bukken maar even het hoofd en dan gaan we weer voorbij, even recht op als trouwe Joden, evea*va«t ala tevoren, weer met hetzelfde plichtbesef van het Joodsche hart tegenover al die invloeden, die van buiten op ons inwerken.... .

In waarheid? Eijt ge daarvan overtuigd? vraagt ons die oude Poe- riem-gedachte. la het enkel maar een even buigen, dat ge goed wilt praten en is het niet. meer Maïf dat ?

Mordechai wilde niet bukken, want hét ware afgoderij geweest ! De* Jood, die onwrikbaar, zondor rechts of links te zien, vooitgaat langs den weg van zijn rHirW^ieht; die nooit bukt, nooit van bulken weet, omdat hij nooit weten wil van een zwakheid zijner Joodsche levens­overtuiging; die alleen heenziet naar de oude woorden, waarmede zijn volk langa de paden der eeuwen voortnekt» ze bestudeert en doorzoekt, ajjn oud frmwoord ter hand neemt om daaruit te lezen en te leeren hés te handelen al de dagen zijns levens die Jood heeft maar één Meester, maar één Heer, maar één God, Dien hg «|rt en volgt. En wat andere machten ook zeggen hy kent alleent woord zyns Méésters. Kn wat andere gebieders ook vragen hy kent alleen den wif van zyn Heer. En wat andere godjea ook voor Ranste n van hem eischen hy kent alleen den wil van zyn God^EnlTy weet, dat die Alvader alles, water werkten dooreen- dwarrelt in die groote maatac happy, in zyn alleeaiende Voogitf igfrejd be*

stuurt en zyn oog gevestigd houdt op den enkeling te midden van die allen. En hy gaat voort met het vaste vertrouwen'in den groeten Meester, met het Joodsche vertrouwen, dat hij niet behoeft te buigen voor de andere groote en kleine machten der wereld, omdat ziju Uod allen beheersoht en hem mede; dater een Meester is» hoog zich ver** heffend boven,t al door ons waargenoraene h.x»ge; Hoe ist dan moge­lijk zich van Hem af te wenden, en zich voor anderen te bugen.., Maar de Jood, die het hoofd buigt voor elke lugjïHt, die hem- in den weg treedt en zich voor eiken keer bukken wéét teverontsehul- digen met de bewering, dat het niet anders k«*n; die lw*gint met een enkel maal het hoofd te buigen voor de omstandigheden des levens, inaar dan natuurlijkerwijs langzamerhand hun slaaf w ordt m dim zijn over­tuiging, zoo hij er eene had, zoo bij stukles en beetjes voelt wegzakken tot er zoo goed als niets meer van o»ver is die J.»4 heeft bij zijn eerste buigen reeds efeü audéreu g.xl aangebeden dan zijn eeuwigen Vader. Die eerstip die kot liem kwam en bukkeu eisehtc» vroeg van hem liet erkennen van een audereu macht dan de (bel lelijke; het weerknieien voor een anderen heerschar dan den Wereldheerseher; het zich onder­werpen,aan den wil eens anders niet aan die vanden eenigen, eeuwigen WetglVer, Wiehjji wil ons altijd ^nv» ri*reekbare wet bkjtt, HetWas êen gebrek aan vertrouwen op Go j. Eu dat-gebrek ï»an f vertrouwen is. een verkleining dmerkpnniitig Gojs: is* au- majï.

*, *» « 1 , r * * "f*

Maar Mordechai wdst, wat hij deed» Kn kostte'het leven .en bezit- flbgen, van hem'en zijn* volk .toch''bukte. l«j niet- voor de eischen 4 van de tijdsomstandigheden. Eu als het, leven ermee geui*H*id"wals God ha 1 het gegeven» Hij bleef er de Meestel van, ook <a! ; negen de msnschenklndpren er geWuik van makenden als Hij *t. terug eiselite, dan stond het gereed om teruggenomen te worden. God weet, waartoe Hijt vraagt,, Er is maar' één Macht, ( Meester, .één God. Mor­dechai buigt niet. En daarmee roept, hij-'allen. te -zanten, Ijtem-ui - en zijn knielenden dienaren zijn belijdenis der Go-iseenheid -toe de *flrïYi-God. - ' /°

Hij was een echte»"ware Jehoedi. 1 » t / .

Kan die 'Poériem-gedaehte' ons nog iets leeren? Is het niet de moeite waard» dit oude beeld uit al die,PoerieunbeéMen naar voren te plaatsen? Dat oude woord onzer wijzen even duidelijk en scherp uit te' spreken en-, tot ons zei ven even. te zeggen» wat er in wwt er uit spreekt?

En is het niet juist» temidden der lentegedachten even eraan te denken» als alles weer in nieuwen Moei komt en alk s mdi gereed­maakt' om *t feest der natuur en der v»dks-opstaiudïng te opstanding uit de duodsehheïd der.koude en deodsehlndd dér sluve rnij en doodscliheid der geestesgezonkenheid? Even eraati te denken aan die .daad van Mordechai. ik die GVd ullet'n als zij» Meetor beleed cn»voor, niets- «f niemandt. hoofd bukte 'juist itf die dagen van hernieuwden bloei en nioiiwe levenskracht? %

En al» .we de houren lezen» dan willen w-o eraan.d«-nken»

dat we Poeriem willen vieren met ons en de pwzen ïn echte blijdschap en vreugde, ihaar "die vreugde ook alweer een I dat die vreugde hier Jóódschg plicht is» niet iu geuotaanhidding, f maar in aanbidding en erkenning van den eenigen» eeuwig»n

| Meester, «flfp. *

dat lb>er»em willen vieren uls

BRIEVENBUS.

VttrttkiUenét eo*rt*potuitnUn en rnrêemtrlstn. Tengevolg» van overvlood van copij moeiten wrachillende bijdragen tot het vol­gende nummer blijven liggen. W» hopen ze echter de volgende week te platteen.