2
DE JOODSCHE KRONIEK 13 TAMMOEZ 5672-28 JUNI 1912.
helaas de groote weelde heeft haar keerzijde. En hij drukte ’t «economisch proces', dat onze voorouders en wij hebben doorge- rnaakt of nog doormakén, en dat leiden moet tot de Joodsehe Bij*
. Koudere school op zoo juist oriëntalis'che wijze, zoo*in*en*in Jid- disj, duidelijk en helder uit. Als Baartje in het keldertje op de Jodeii Breestraat groot geworden is en een sieraad is geworden in de- rijen der “degelijke Joodsehe moeders, zonder zomerreis, waarom dan haar geluk nu op mooderleeffijd niet meer volmaakt, zonder Jaarlijkseh© zomerreis naar 't buitenland?
Omdat haar oeeouomisehe basis zoo verhoogd *ïs, dat zij met een kruimpje aan den levcnsdiseh niet tevreden behoeft té zijn. Maar met die oeeonomischo verheffing, ik zeg ’t den heer Eensburg tia, heeft de geestelijke en zedelijk© verheffing geen gelijken tred gehouden. Niet is lot iet gekomen voor zoover ’t de nervus rerum be- . treft, maar de andere nervi zijn geatrophieerd, die niet ontwikkelde gaven zijn afgestorven. De opvoeding is niet harmonisch geweest. Hét algemeen mensehelijke is in de opvoeding n et tot zijn recht gekomen Zij is verdrongen door een bekromp «n vooroordeel ï die man is Jood, dus is-hij onbeschaafd. *
Zietdaar de vrucht, die de Jodenbeul en ’t Jodendom ontvangen van de Openbare School, zoo kèurig eu geprecisieerd belichaamd, in de geschreven speech van den heer Eensburg.
Met zijn beschouwing sluit ik dan, ook de aera der openbare seh<k>l, den tijd die achter ons ligt, af»* als behoorende tot wat geweest is, om hef nieuwe tijdperken te luiden met een nieuwen eisch.
Door de beschaving eii de vrijheid zullen de Joden de siuimereii- <le gaven ten voilé kunnen ontplooien. Daartoe is allereerst noodig een tot heb toppunt doorgevoerde beschaving der Christenen; die moeten kunnen velen, dat de Joden in alle opziehten gelijkwaar- ~x dig zijn. De kracht nioetblijken uit geestelijke, intellectueele en- nioreele deugden, (leen achterstelling om ’t geloof, geen achterstelling om ’t ras: vrije, éérlijke en onbelenimereude eoneur- rentie op ieder terrein, toegang tob Handel rnn Wetenschap.
(’t Leger kan men van mij cadeau krijgen). Maar, laat ons met i twee beeneu iu de werkelijkheid gaan staan, zoover zijn‘wij niet, en zoo lang als ’t Nieuw Testamentisehe regime iu Europa en daarbuiten" heerscht, *z(M>laiig komen wij daar ook niet. ‘ -
Daarom doen wij, tvat onze hand vindt, om direct te doen. Wij gaan de tekortkoming' van den parvenu en vau deu man zonder savoir vivre aanvullen. Ophouwen willen “wij', niet afbreken. En als jaartje te oud voor ons is, en oukneedbaar als een product, waarover de openbare school haar voor de Jodenheid en ’t Jodendom schroeit-uden adem heeft laten gaan, dan wenden wij ons tob haar kind tui openen "dit de gelegenheid, om aan hem goed te maken wat aan zijn moeder misdreven is. Wij zullen haar en hem tonnen, dal bij ons Joden de geestelijke eu zetlelijke opvoeding zoo veilig is, dat de eene Jood den anderen niet voor onbeschaafd hoiult, alleen omdat hij Jood ia. Wij willen door een daad toonen, . dat wij de openbare school niet nmdig .hebben om den Joden kennis en moraliteit te brengen en dat wij daarbij ’t voordeel hebben, het algemeen uienschelijke. op zoo keurige wijze boven de z.g.u. Christelijke en Maatschappelijke deugden te brengen, dat. de dood in deu Jood ook een beschaafden Jood ziet, omdat het een beschaafd menseli is. " 'V
Dat vo«m»«V<leol a. la Eensburg kali er door één middel tilt:
De bijzondere Joodsehe school. »
L. VAN LIKE.
Spiritisme,
Is spiritibin» in strijd met liet Jodendom? Is ’t onjoodeuh? ’n Oude vraag, «n voor menigeen reeds lang beantwoord, *
*Meu zegt dan geweonlijk, dab ’t onjoodsch is en haalt de verzen uit de Touro aan (Dr. 18:10—11); waar alle soorten bijgeloof verboden zijn en. logt vooral op heb laatstgenoemde in die verzen c'fvan ^ ttHH „de dooden raadplegend” den na- drük. Want ouder heb verbód hiervan valt immers de handelwijze van het spiritisme; — bf wat heb spiritisme leert, is waarheid, en dan-heeft de Touro h^b verboden; of-heb as onwaarheid en dan behoeven we“ er ons niet druk om te maken: ’t is leugen en dan heeft de Touro ’t ons ook verboden £Ex. 23 :7). • Men zij echter voorzichtig er mede, zoo spoedig heb brandmerk „on’joodseh 5 "over iets uit te spreken. Het gaat vaak: zoo, dat , op ’t eerste gezicht iets heb brandmerk schijnt te verdienen en ten slotte bij nader onderzoek toch waarlijk van geheel ander gehalte te zijn. En dan ie ’t vaak te laat. Dan is het woord uitgesproken en kan moeilijk teruggenomen worden. En er ontstaan botsingen door en het heeft mim — we hebben het • wel gezien leelijke gevolgen. ,
, Evenzoo is ’t met ’t spiritisme. Men is zoo gauw gereed, ook op dit verschijnsel het brandmerk te zetten. Wel zijn er
van die. bedachtzamen, die, terecht, „nooit zoo snel met> hun oordeel zijn en ook hier antwoorden „eerst nog ©ene onderzoeken”. En de bedachtzamen hebben gelijk.
Want als men de bronnen gaat. nazien en onderzoeken, wat daaromtrent in de Joodsehe geschriften voorkomt, dan zal. men zien, dat dit „dooden raadplegen” zich maar zoo, zonder meer, niet op het spiritisme laat toepassen.,, Wie D"-2Q1 ziet (chsy 'ïhr\ tl’W i X* tP) en “|nj? (T* yv rt D “ vooral '”3 t.p,;
zal zien, dat ér nog wel één en andenover te redeneeren valt.
Daarom leek het ons wel van belang ©enige artikelen over spiritisme-te plaatsen, die ons aangeboden werden. Het blijft een waarheid, ‘dat, zooals de heer Lissauer in een ingezonden stuk iu ons 10e no. schreef ,,het spiritisme een krachtige bond- 1 genoot is ter bestrijding van het materialisme en de studie er vau wel de moeite waard”. En zulk “een steun mogen we ■— ter wille van de meuschén, niet; ter wille van dat, waarvoor gestreden wordt -— niet afslaan. Daarom staan we N^or de hier volgende artikelen ruimte af. ,
We laten natuurlijk echter alles’-wah-d® schrijver der artikelen mededeelt, voor zijn rekening. s ^
Spiritisme en bewijzen van een voortleveii na den dood.
duur 4.RNOLD ZADOKB.
Dus Manibus Stier um.
‘ • . Dm geesten gewijd é
In gedachten zie ik de lezers glimlachend de schouders ophalen over zooveel .pedanterie als bovenstaande titel zegt. Ik kon geen andero vinden en ben, nadat men mij van verschillende zijden aangepord had, er „toe overgegaan onder dezen titel dit opstel te schrijven. <, ‘ ‘
Met de meeste bereidwilligheid verklaarde do geachte redacteur zich bereid “ook „dit” op te nemen, waarvoor hartelijk dank.. ' . /
Heb is een eigenaardig verechijnsel dab bij geleerden en ontwikkelde leeken groote * belangstelling bestaat voor o mensclien verleden en groote onverschilligheid sehijntvte heersehen ten aan- zien vaii zijn toekomst. (Men zou éigelijk juist liet tegendeel verwachten. Immers ons verleden ligt achter ons en daaraan zijn we ontgroeid. Met schijnbare onverschilligheid wordt ge-: zegd „dood is dood” en „met den dood is alles ten einde”?
Eli toch krijgt ieder in zekere mate een angstige beklemming, wanneer hij een begrafenisstoet ziet passeeren. Ook mijn lot, is ’b eenmaal, zegt ’t hem. Zwarte bidders, een zwarte, lijkkoets getrokken door met zwarte klceden behangen paarden, zwarte dragers, zwarte volgkoetsen, ’t Drukt je; duwt je een oogen- blik terug in je gedachten eu het schijnt, alsof al diet zwartheid van rouw symbool is van duisternis, ondoordringbare donkerte, een niet te ontsluieren toekomst. Vergeefs tracht men wél eeais door kransen en bloemstukken iets hoopvols, een glimp van iets Kefelijks bij te zetten. En juist illustreeren dié stervende bloemen het onverbiddelijk einde. Of Zou er teek nog een vervolg op,zijn? Bestaat er misschien toch een verlengstuk van het leven? Is dit lang of kort?
Deze vragen zal ik trachten, ofschoon niet systematisch, zoo beknopt en duidelijk mogèlijk te beantwoorden.
Men weet, dat er eén groote groep mensclien zijn, die zich spiritisten noemen on beweren met de doodop te kunnen Sproken. Hieronder vindt men intellectueel hoogstaande mensclien, maar ook- den meest ©envoudigen daglooner.
Het spiritisme wordt in vereenigingen en huiselijke kringen meer beoefend dan menigeen wel denkgn durft.- Wanneer men in ernstige, serieuze »©n harmonieuze stemming verkeert, gakt men met eenige personen om een niet te zwaar, tafeltje zitten en legt in gemakkelijko houding de handen er op. Een kalm, niet de gemoederen opwindend gesprek mag plaats vinden. Ieder der aanrittenden ^straalt nu onbewust magnetisme van zich" pit on er vormt zich zoodoende een magnetische keten, wejlk© het verbindingsmiddel is, waarvan de ziel van een gestorvene al of niet gebruik kan maken. k
Terloops wil ik hiertmschen voegen, dat ik dit aanzitten zonder, bevoegden leider schadelijk, jst soms gevaarlijk acht en ik weet uit mijn praktijk wel gevallen van schadelijk# gevolgen aan te wijzen. ‘
Vele jareh waren deze spiritistische seancee doornen in de oogen der geleerden. Do wetenschap loochende eerst rondweg de feiten; toen dit niet meer kon, negeerde men ze. Maar voortdurend stapelde dit voor hen luguber onderzoek bewijsmateriaal op, totdat eenige groote geleerden zonder dwaze vooroordeeJen zich in dezen tak van 'wetenschap gingen verdiepen.
Nauwkeurig en diepgaande proeven brachten aan het licht, dat het aauzittèn aan do soance-tafel niet beruatte op auto-suggestie,