6:fo dHebreeuwseKerke INDE Woestyne vanSinai XIX.Kap*

zijn Broeder Aaron en Hur met de Oudften ter-Hand gelaaten had, terwijl hy hier om het Modél des Tabernaakels en de Tafelen der Wet t Ontfan gen, dus- lang Vertoefde, en alsuyt des Volx Gezigt Verdweenen was: Zoo datze zelfs tot duytbundige Raazernye der Egiptenaaren weederkeeren, en zig Een Gou­den Kalf tot Een God maaken int aanzien van de W olke ent V yer, waar in de Godt Ifraëls Teegenwoordig was, Deut. 9:15316. Exod. 32:4.

NEEGENTIENDE HOOFDSTUK.

K ort Inhoud Deezes Hoofdstuks.

Israël, öw Mofes Vertoeven op den Berg in Wanvertrouwen geraakt , Ver» vald tot Afgoderyc j en wil dat Aaron haar zal Goden maaken die voor haar Aangezigte heê- nengaan. Jofefus Trouweloosheyd wz'Werfwijgen van Ifraëls Eer-Bewijs aant Gouden Kalf, Wat Ifraël met het maaken van Goden, en int by zonder met dit Kalf voor had ? En dat hen waar- Jchijnelijkvan de Egiptenaarswasaangekleeft, Datze een Zienelijk Teeken van den Onzienelij- ken Godt wilden hebben. Aaron en den Man Hur, van <sfrOudften des Volx Aangerand en tot voldoeninge van haar Afgodife Onzinnigheyd overdrongen. Hy Eyft des Volx Goude Oorcier- sselen, op dat hy Beproefde, of ze liever den Afgod dan haar Goud mijlen j maar V indze int Gee- ven Mild en zeer Gereed j zoo datze haar Ontblooten. Aaron Ontwerpt het Model van een Zie- nelijken God, Dat hy aan de Oudften vertoond: Met een Aanmerking over het Print-Tafereel, waar in dit Afgodifen Voorbereydzel vertoond word . Bewijs dat Aaron voordagtelijk Een Kalf Gebootzeerd , en Een Vorm tot de Gietinge gemaakt heeft: Ent Verzierzel der Joden uytge- wifchtj waarin zy willen , Dat dEgiptife Tooveraars, dOorzaak van de Voor tkoominge des Kalfs geweeft zijn. Aaron doed Een Altaar Bouwen, en Roept een Feeft-Dag uyt, met een Vermaaning over het Tweede Print-T afereel, Dat al deeze T oeftel vertoond. Ifraëls Kalf, Hoe-

. daanigennaa-Aaping van der Egiptenaaren Os-God Apis. Doorlugte Mannen , Hoe naa haar Dood tot Goden gemaakt. Ifraëls Gemeenfchap aan dTgiptife Afgoden, dikwils van de Pro- feeten Verweeten 5 als die in al haar Afvalligheeden, telkens tot de Zeeden der Egiptenaaren weederkeerden , Egiptife Os-God Apis , onzeeker in zijn Eerfte Af komft 3 en dat in Egipten een Leevenden Os Gediend wierd, waar van Aarons Kalïjflegts een Naa-Beeld was. Hoe van dit Ge­gooten Kalf kongezeyd worden , Dit zijn Uwe Goden: En hoe verre dit teegens Gods G ebod, en eenG roote Zonde was. Bedenking waarom , Aaron, een Feeft den Heere doed Uytroepen^E# of dTfraëlitent Kalf voor Een God hebben aangezien ? Geboomte omtrent den Altaar Gods Ver- booden ; En dat yeder Afgod zijn Eygen Toegewijd Geboomte had. Ifraël Eerd het Gegooten Kalf, met Een Vroolijk Feeft: Met een Naadenken over des Volx Eeten en Drinken, Dat niet dan Manna, en Water uyt de Steenrots had 3 Als meede in wat Zin gezejd word , Datze Op- ftonden om te Speelen. Feeft-Daagen der Heydenen, Hoe gemeenelijkjnet DanfFeryen, Zang en Spel verzeld; waar doorze den Lof der Goden Ujtfchaaterden. Der Ifraëliten Vreugd-Bedrijf op dit Feeft, met der Egiptenaaren Feeft van Apis vergeleeken. Apis op zeekereTijd indeNijl Verdronken 3 Hoe van Mofes door het Vermaalen vant Gegooten Kalf, tot Ifraëls Verfmaadin- ge Naageaapt. Afgodife Altaaren ^rFeftoen en Loof behangen, en Apis met Aanbieding van Gras of Hooy Gediend en Geraadpleegd. Ifraëls Kalver-Dienft van ter zijden Refpot: En de Dwaalinge der Schilders, int Verbeelden der Bijbelfe Hiftorien aangeweezen. Mofes van den Berg tot het Afgodife Volk, Afgezonden, noemd haare Daad , een Verdervinge: Zoo dat oo^Ifraël defweegen niet Gods Volk, maar Mofes Volk genoemd word. Mofes zoekt het Aangezigte van Jehovah te Verzoenen, zoo dat hy Berouw heeft over het Qnaado.teegens Ifraël Gedagt. Hoe Godt het Berouw kan T oegefchreeven wordenden zig op Mofes Voorbeede met het Zondig Volk heeft laat en V erzoenen. Mofes met de T afelen der "W et Afklimmende , verneemd de J uychende Stemmen, ent Gedeunder Speelende Reyën: Welkers Bedrijf uyt der Ouden ^eegenpraalen Ovatio en Triumphus genoemd , naader opgehelderd word. Gods Naam Jehovah, inde Heydenze Zang-Reyën en Bacchus Feeften, Heylfchendig mifbruykj: 3 en waar van het Toegal- men, _Jp afkomflig te honden is. Ifraëls Zang -en Spel van Mofes uyt degelfs Kadans gekend , en daar over in billijken Toorn ontfeekenfd erbreekt hy de Steene Tafelen j doed zijne T ente buyten 3 t Leeger brengen , en agt het Afgodize Volk zijne Bywooninge Onwaardig. Moses het Gouden Kalf tot Stoft V ermaalende, Strooyd het opt Water, op dat Ifraël zijn E ygen Dwaas heyd In­drinkt : En zulx als een BijtendeNaavolging van den Egiptifen Apis aangemerkt , die in de Nijl Geworpen wierd;t geen van de Vroome Koning Jofias, op zeekere wijze is naagevolgd: met